Op woensdagavond 5 april schoven maar liefst 73 trainers achter de computer om hun rugzak te vullen met alle ins en outs over hoogtetraining.
Marianne Vlasveld, bewegingswetenschapper en door haar eigen topsportverleden veel trainingservaring op hoogte, daarnaast trainster en docente en topsportcoördinator, trapte de avond af met de vraag wie er al eens op hoogte was geweest. Achter de beeldschermen gingen veel vingers omhoog.
Na een korte uitleg wat er onder ‘hoogte’ (altitude) daadwerkelijk werd verstaan,
-
- High altitude: 1500-3500m
- Very high altitude: 3500-5500m
- Extrem high altitude: > 5500m
kwam de vraag nogmaals: wie is er wel eens op hoogte geweest? Er gingen beduidend minder vingers omhoog.
Kortom, de meeste ijsbanen liggen helemaal niet op hoogte. Er wordt evenwel wel veel getraind op hoogte of geëxperimenteerd met hoogte-elementen (denk aan live-high-train-low) om uiteindelijk beter te presteren.
We weten allemaal dat bij toenemende hoogte de luchtdruk afneemt. Maar wat gebeurt er nou precies op hoogte?
En toen zette ze de toon. De bijscholing was ingestoken op het kennisniveau van ST3, maar toch bleek het ook voor hen opletten geblazen. Zeker het eerste half uur toog Marianne in razendtempo naar boven en moest iedereen flink z’n best doen haar bij te benen. Via termen en grafieken rondom onder andere zuurstofdruk (pO2), zuurstof saturatie (SpO2), oxyhemoglobine (HbO2), zuurstof dissociatiecurve en respiratoire alkalose, klom ze in rap tempo naar de uitleg welke aanpassingen er in je lichaam plaatsvinden, zowel respiratoir, cardiovasculair als op spierniveau. En wat dit uiteindelijk met je prestatieniveau doet.
Daarna ging ze heel praktisch door de verschillende trainingsvormen en vooral ook experimenten heen van LHTL (live-high-train-low) als acclimatiseringsvorm ter voorbereiding op een wedstrijd in Calgary, maar ook een voorbeeld waarbij een wielrenner in coronatijd in een hoogtetent sliep. Een voorbeeld van LHTH (live-high-train-high) waarbij een marathonschaatser drie weken op hoogte (2020m in Oostenrijk) verbleef om te trainen en te slapen. En tot slot een LLTH (live-low-train-high) voorbeeld waarbij TeamNL Shorttrack in een klimaatkamer in Thialf een sprinttraining afwerkt.
Wat Marianne vooral benadrukte is, dat het belangrijk is na te gaan wat de hoogtetraining nou effectief maakt: is het geheel van ‘trainingskamp’ het feit dat je er beter van wordt of is het daadwerkelijk de hoogteprikkel? Of is er puur sprake van een placebo effect?
De symptomen van hoogteziekte kwamen voorbij en vooral wat je moet doen bij hoogteziekte. En belangrijk om te weten is dat acclimatisatie vooraf in een hoogtetent niet helpt om hoogteziekte te voorkomen.
Na al deze input was het tijd om zelf aan de slag te gaan en werden de deelnemers in werkgroepen van vier personen via breakout rooms uiteen gezet om een drietal casussen uit te werken rondom de onderwerpen: 1. Inzell trainingskamp,2. Salt Lake City wedstrijd en 3. Zomertraining Alpe d’Huez. De bevindingen werden via korte samenvattingen in de chat gezet, waarna het tijd was voor de laatste en vooral heel concrete tips.
Kortom, in twee uur tijd heel veel informatie, deels bekend maar ook veel nieuwe inzichten en tips.
De presentatie en filmopname van deze online bijscholing vind je in de kennisbank.